Groenbemesters en vanggewassen

“Groenbemesters voor een gezonde bodem”

De bodemvruchtbaarheid in Nederland staat onder druk. Door het gebruik van steeds zwaarder wordende machines, intensieve bouwplannen en het afnemen van organische stofgehaltes is een verslechtering van structuur en bodemvruchtbaarheid te merken. Door de intensieve bouwplannen en nauwe rotaties krijgen aaltjes en bodemgebonden ziekten en plagen de kans om zich te ontwikkelen.

Om hier wat aan te doen zullen we duurzamer met onze grond om moeten gaan. Door het nemen van beheers- en teeltmaatregelen kunnen we hier iets aan doen. Gewasrotatie en groenbemesters spelen hierin ook een belangrijke rol. Voordelen van het gebruik van groenbemesters zijn:

  • Beheersen van bodemziektes en plagen (schimmels en aaltjes)
  • Opbouw van organische stof
  • Vastleggen van stikstof voor een volgend gewas
  • Voeden en bevorderen van bodemleven
  • Beschermen van de bodem (tegen erosie en slemp)
  • Waterhuishouding verbeteren (verdamping, beworteling)
  • Bodemstructuur verbeteren
  • Extra ruwvoer telen

Zaai een groenbemester op tijd!

Voor het laten slagen van een groenbemester is het van belang dat deze op tijd kan worden gezaaid. Het liefst zo snel mogelijk na de oogst van het hoofdgewas. Hoe verder je in het najaar komt des te minder worden de groeiomstandigheden. De dagen worden korter en de temperatuur neemt af.  Door op tijd te zaaien kan er massa worden ontwikkeld, blad en wortels, en het gewas kan meer stikstof vastleggen. Zorg daarom voor een goede vlotte start door aandacht te besteden aan het zaaibed en het zaaien. Een kleine stikstofgift versnelt de opkomst en beginontwikkeling.

Groenbemesters en aaltjes

De keuze voor de juiste groenbemester is niet zo maar gemaakt. Aaltjes reageren op elke groenbemester weer anders. U bestrijd de één, maar de andere profiteert juist en neemt explosief toe. Maak daarom de juiste keuze. Kijk voor meer info ook eens op www.aaltjesschema.nl

Vanggewas na maïs

Een vanggewas is een groenbemester die na een hoofdgewas geteeld wordt om uitspoeling van meststoffen, vooral stikstof, tegen te gaan. Vanaf 2006 is het verplicht om op zand- en  zijn dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen, vooral stikstof, tegen te gaan. Vanaf 2006 is het verplicht om op zand- en lössgrond direct na de oogst van snijmaïs een vanggewas in te zaaien. Vanaf 2019 is daar de verplichting bij gekomen dat er vóór 1 oktober een vanggewas op het maïsland staat (bij snijmaïs) dit kan doormiddel van tegelijktijdig-zaai, onderzaai of nazaai bij een (zeer) vroeg maïsras. Voor biologische maïs, MKS, CCM en korrelmaïs is deze datum 1 november.

Vanggewassen die geschikt en toegestaan zijn voor nazaai:
  • Wintergranen
  • Bladrammenas
  • Bladkool
  • Grassen
  • Een mengsel van bovengenoemde soorten

Gewassen die mogelijk gebruikt kunnen worden als onderzaai:

  • Grassen
  • Bladrammenas
  • Bladkool

De gewassen kunnen bij zaaien in het najaar nog een voldoende grondbedekking geven. De vanggewassen kunnen direct aansluitend aan de teelt van maïs worden ingezaaid. Het geteelde vanggewas mag onder beide omstandigheden niet worden vernietigd vóór 1 februari van het volgende jaar. Kijk voor actuele informatie altijd op de website van RVO.                                                                                                       https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mest/vanggewas-na-mais